Aan zee waait het altijd
Maandag 29 april : Krautsand – Döse (89 km)
dag 1 dag 2
dag 3 dag 4
dag 5 dag 6
dag 7
Het is de eerste nacht altijd even wennen
in het tentje. Toen we gingen slapen was het warm genoeg om in T-shirt
en onderbroek te gaan slapen. Maar als ik om vijf uur wakker wordt, dan
is het best koud. Een blik op de thermometer vertelt me dat het 3.2
graden is. Tijd om een extra jasje aan te doen. En morgenavond houd ik
mijn sokken ook aan.
Ik wordt trouwens wakker van het uitbundige vogelgefluit. Sjonge, wat
gaan die tekeer zeg. Om zeven uur is de batterij leeg en dan wordt het
weer rustiger. Tegen die tijd heb ik het ook wel gehad met liggen in het
tentje. Als je samen in een slaapzak ligt, dan zijn er maar weinig
posities die werken. Lepel, anti-lepel en op de rug. Op de buik draaien
lukt dan niet.
Het is strak blauw en om op te warmen sta ik asociaal lang onder de
douche. Daarna ruimen we het tentje op, die lekker droog is, en
ontbijten we op het terras van het café waar toch nog niemand is.
Om kwart voor negen vertrekken we voor
deze helse dag.We hebben de hele dag een forse wind tegen. Stom van mij
om naar het westen te gaan fietsen. Ik had beter moeten weten, maar ik
ben nu eenmaal op huis gericht. We fietsen tenslotte anders ook altijd
naar huis want dan hoef je aan het einde van de rit tenminste niet ook
nog eens terug te treinen. In dit geval is het een domme zet waaraan ik
de hele dag herinnerd wordt door een wind met kracht vier ŕ vijf.
Na een paar kilometer blijkt dat we weer om kunnen draaien. Verderop
staat een brug open die ons over het water moet helpen. Hij is vanaf 1
mei wel begaanbaar maar dan ook alleen nog in het weekend. De bewoners
zijn het er ook niet mee eens en roepen elke fietser op om een brief aan
het gemeentebestuur te schrijven. Daar heb ik nu even geen tijd voor
want niet alleen moet ik een paar kilometer terug fietsen, we moeten ook
nog eens tien kilometer om. Au!
Je merkt dat de bevolking een band heeft met de zee. Eerder lag dit land
in de zee en daarna is het meerdere malen overstroomd. Elke tuin bevat
wel een anker, een mast of zelfs een vuurtoren. En de mannen lopen
allemaal met zeemanspetjes. Onderweg halen we wat lekkers voor bij de
koffie en bij de Pennymarkt kopen we beleg voor de boterham. In een
carport maken we koffie. En dus lekkere küchen erbij.
Ondertussen is alle blauwe lucht weg en
begint het te regenen. Met regenbroek aan gaan we verder. Dat is geen
straf want het is lekker warm met zo’n broek aan.
Daarna komen we in het ingepolderde land. Het is er zo vlak en je kunt
zo ver kijken dat als je ‘s ochtends uit het raam kijkt, dan zie je wie
er ‘s middags op bezoek komt. Voor ons helemaal dramatisch want er is
geen enkele beschutting tegen de wind. Haalden we eerder nog 15 km per
uur, met veel bikkelen zijn we blij als we nu elf halen. Hoezo geen
bergverzet nodig! Dit stuk is zeker 25 kilometer lang en het is afzien.
We nemen ons dan ook voor om in Cuxhaven een B&B te zoeken.
Gelukkig staat er halverwege een hokje
speciaal voor fietsers. Hier kunnen we uit de wind even een broodje eten
en een soepje drinken. Heerlijk om even de handen te warmen want met
acht graden houdt het niet over. Zelfs niet met handschoenen.
Vlak voor Belum is er weer zo’n brug die
beperkt open is. Gelukkig is deze vanaf april op alle dagen wel open.
Alle dagen behalve maandag. Een keer raden wat voor dag het vandaag is…
Toch zie ik Duitse fietsers er vandaan komen. Volgens hun is de brug wel
open. Dat is dan weer mooi. Maar na 15 minuten bikkelen tegen de wind
in, zie ik in de verte het brugdek omhoog staan. En daar aangekomen
blijkt dat we er niet over kunnen. Vertrouw nooit een Duitser.
We kijken even hoe een schip er doorheen vaart en net als we weer terug
willen fietsen, gaat de brug dicht. Of eigenlijk open voor ons.
Eindelijk een meevaller vandaag.
In Ottendorf staan een immense speeltuin aan het water. Er is ook een
overdekte picknickbank bij. Maar die is geconfiskeerd door de moeders
van Ottendorf. Blijkbaar een kinderpartijtje en wij zijn niet
uitgenodigd. Heel erg is het niet want uit de wind zit het ook prima. En
ondertussen begint de zon zowaar ook weer te schijnen.
Dan moeten we het laatste stuk nog langs de kust naar Cuxhaven.
Volkomen vlak landschap en een open zee.
De wind buldert om ons heen. We komen niet boven de 10 km/uur.
Halverwege is een hek op slot. We zeulen de fietsen de dijk op en aan de
andere kant is er gelukkig wel een klein hekje open.
Zo kruipen we langzaam Cuxhaven binnen.
Eerst door het industriële deel. En dan door de visafslag. Daar zitten
de restaurantjes op een rij. En wij lusten wel wat. Het dagmenu van €11
euro is een uitstekende keus.
Cuxhaven is een stad met veel grote luxe nieuwe gebouwen langs de
boulevard. Iedereen wil uitzicht op zee. En natuurlijk veel hotels.
Gezien het weer hebben we besloten om toch maar te gaan kamperen.
Voorbij Cuxhaven ligt het plaatsje Dose en daar zijn meerdere campings.
Inmiddels is het al bijna zeven uur. Het enige windvrije plekje lijkt
naast de toiletten te liggen.
De tent wordt opgezet en we douchen. Daarna willen we nog even naar de
kroeg op de camping. Die blijkt al dicht te zijn. Duitsers drinken niet
na acht uur. Dan maar een stukje langs het strand. Verderop is nog wel
een kroeg open maar het wordt geen slemppartij meer. We zijn te moe.
Voor tien uur liggen we erin en slapen de slaap van de vermoeiden.
We gaan vaak door hekjes |
Drive-in koffie plek |
Even uit de wind en de regen |
Het klaart gelukkig weer op |
Het is nog wel onstuimig langs de kust. |
Soms moet er geklommen worden. |
En andere keren gedaald. |
Onderweg komen we mini haventjes tegen |
En af en toe een vuurtorentje. |
Ons plekje op de camping naast het wc-hok. |
|
|
Naar de volgende dag
Terug naar de fiets site van Hans
|