Fietserpad Inleiding dag 1 dag 2 dag 3 dag 4 dag 5 dag 6 dag 7 praktische informatie Maandag 27 april
Blerick laten we zo goed als links liggen en even verder kijken we even bij de ruďne van het Gebroken Slot van Grubbenvorst. Er is alleen nog maar een muur van over. Het boekje dat we gebruiken van het Fietserpad is alleraardigst. Het bevat niet veel toeristische informatie maar heel erg veel aardrijkskundige informatie. Waarom ziet Nederland er zo uit, zoals het eruit ziet. Heel veel informatie over ijstijden en hoe ons landschap gevormd is. Elke etappe lezen we weer een hoofdstukje en al onze aardrijkskundige kennis wordt weer opgefrist. Als we Grubbenvorst verlaten via een kiezelpad, kijken we achterom naar de kerk. Deze heeft een heel bijzondere vorm en dat leidt mij even af van het wasgoed dat steeds achterop de bagage van Saskia meehobbelt. Iets verderop hebben we om kwart over tien de eerste koffiestop. In Broekhuizen worden de boodschapjes voor de lunch gedaan en om kwart voor twaalf is er tijd voor de tweede koffie. Er is veel wind, die we gelukkig mee hebben. Met een temperatuur van 13 graden is het ook niet al te warm, maar het landschap is mooi en wat wil je nog meer. We fietsen veel op steenslag en zandpaden en in het boekje lezen we van de maasheggen waar we midden tussen zitten. De stekelstruiken, zoals meidoorn, wegedoorn en sleedoorn vormen samen met kornoelje , vlier, aalbes, iep een haagbeuk een natuurlijk afscheiding in de weilanden. Meestal kwamen de zaden gewoon aanwaaien. Op zo’n plekje stoppen we voor de lunch. Het is een mooi plekje maar het lukt niet om uit de wind te zitten. (kijk hier hoe we zaten) Door de kou en de wind rust Saskia niet echt uit en de laatste kilometers vallen haar zwaar. In Vierlingsbeek kijken we even bij de watermolen. Hier draait hij wel. We gaan langs Boxmeer en Gennep en bij de Mookerplas rusten we even uit. We kijken naar de jeugd die met zeilbootjes in de weer zijn. Het is een mooi schouwspel. In het boekje lees ik van de oudste boom die in Sambeek staat. We zijn moe en het is een eindje om, maar we bezoeken hem toch even. Volgens de deskundigen is hij zeker 500 jaar oud en met een stamomvang van bijna acht meter is hij ronduit imposant. Het laatste stuk gaat door het Zevendalen langs de Mookerheide. Hier hebben we eerder gefietst met het ‘rondje Rivieren’ en we herkennen het dan ook. Het gaat over de zeven heuvelen (die er geen zeven zijn) en dat betekent dat we toch af en toe op de pedalen moeten. Na 93 kilometer komen we in Nijmegen en daar hebben we onderdak geregeld bij Bart en Henriette. Voor de verandering eens een jong gezin dat een kamer over heeft. We zitten op de bovenste verdieping en hebben een eigen douche. We zijn hun allereerste gasten en het dochtertje vindt het zo gezellig dat ze bij ons wil blijven. Bij een kopje thee vertellen ze dat ze zelf ook fietsers zijn en het idee van Vrienden op de Fiets hun erg aanspreekt en dat ze het daarom doen. Henriette is nogal een eigenwijze flapuit met een duidelijke mening. Als we opties om te eten vragen, komen er ook hele verhalen. Trianon zit vlakbij maar daar heeft ze een hoop commentaar op. We gaan er toch eten en het is een heel gezellig café met prima eten. Saskia heeft een heerlijk verrassingsmenu en ik ga voor de mixed grill. We eindigen met een heerlijke Irish coffee en daar kunnen we prima op slapen.
|