Vrijdag 11 juli
Omdat we al wat eerder zijn, hebben we de tijd om Barjac en omgeving
eens goed te bekijken. Barjac is een leuk oud dorpje. Op het dorpsplein
staan mooie platanen die schaduw geven. Mannen met een alpinopet staan
de jeu-de-boulen en op de terrassen wordt pastis gedronken en het
benodigd commentaar gegeven op het spel der ballen.
Allemaal leuk en aardig…totdat het vrijdagochtend wordt en de
plaatselijke markt losbreekt. Auto’s staan geparkeerd tot in de
weilanden om het dorp heen. Vrouwen struikelen vooruit om maar geen
kraampje te missen. Mannen lopen gelaten, als ware het een onweersbui
die getrotseerd moet worden, er achteraan. Het is een deinende
mensenmassa van voorin tot achterin het dorp. Kortom, als ik ooit in de
hel kom, zal het er zeker een sectie zijn die er zo uitziet (in een
andere sectie van mijn persoonlijke hel wordt alleen maar
gevolksdanst).En gedurende de fietstocht komen we meer dan eens dezelfde
kraampjes weer tegen in andere dorpen, dus als je er een gezien hebt,
dan ken je ze allemaal. Saskia en Lisa zijn niet te
houden en zijn al vrij snel uit het zicht verdwenen. De mannen gaan wat
anders doen. Er zijn twee caches (voor uitleg,
zie hier) in
Barjac die we op ons conto willen schrijven. De eerste (GC188MR)
ligt vlakbij het kasteel en zit achter een verkeersbord geplakt.
Eitje.
De tweede (GC174DM)
is iets buiten het dorp. We lopen een heuvel op en hebben
een mooi uitzicht
op Barjac. Ook deze is redelijk vlot gevonden. Terug in
het dorp hoeven we alleen nog maar, op een terras, op de dames te
wachten.
Omdat we nu nog beschikking hebben over de auto besluiten we naar de
grotten
van Orgnac te gaan. Het is ook wel lekker om even in de koelte
onder de grond te gaan.
We sluiten ons aan bij een
tournee met een gids
, en eerlijk is
eerlijk, het is een fantastische ervaring. Via een route door de grotten
legt de gids van alles uit en door verschillende belichtingen is het een
prachtig schouwspel. Al die
torentjes,
gevormd in duizenden
jaren, druppel voor druppel. Super!
’s Avonds gaan we met een hele groep eten in het dorp. Het eten is prima
en we zitten lekker buiten. Steven laat blijken dat hij ook al een
aardig mondje Frans spreekt als er wat mis is met zijn eten: ‘Madame,
j’ai une question’ begint hij. ‘C’est froid’. En met die boodschap
verdwijnt zijn eten weer in de magnetron.
Zaterdag 12 juli
De dag dat de bus aankomt. Dat doet hij ook, maar in plaats van acht uur
komt hij om twaalf uur aan. Wegens de drukte onderweg. Vanaf nu kunnen we
ook weer teren op de Cycletours keuken en dat begint met het ontbijt.
Deze dag nemen we nog maar even vakantie. De kinderen zitten veel in het
zwembad, maar ook hier geldt dan je alleen met de ‘ballenknijper’ het
water in mag. Steven wordt er vaker uitgestuurd. Hij heeft meerdere
lange zwembroeken en probeert het met allen.
De
camping la Combe is verder prima. Wat weinig douches, maar als je op
tijd gaat dan is hij ook nog lekker warm en een goede straal. Verder een
bar en je kunt er pizza krijgen. En in het winkeltje de meest benodigde
spullen. En we kunnen de auto er twee weken laten staan, ook niet
verkeerd.
Wij genieten nog van de zon, zoeken de spullen uit die mee moeten en in
de auto blijven liggen. ’s Middag toch nog even eruit. Naar Barjac, maar
dan nu zonder markt. Het is inmiddels flink bewolkt en als we daar
aankomen plenst het. In de droge periode gaan we met
een foldertje in de
hand door het oude centrum. Als het weer begint te regenen
kruipen we in een café en tellen de tijd af dat we terug moeten zijn
voor het eten.
|
|
Monie heeft uiensoep gemaakt. Gevolgd door kipkerrie met rijst en
broccoli. Als toetje hebben we taart met jam. Ze heeft de eerste test
doorstaan en we hoeven haar niet weer naar huis te sturen.
De hele avond regent het flink. Rest ons niets anders te doen dan het
tentje in, bidden voor mooi weer en te gaan slapen.
|