Barjac

En dan ineens, als bij bliksemslag, gebeurt er volstrekt niets.
(uit Tim Krabbé, de Renner, kilometer 91, p. 80)

Vrijdag 11 juli

Omdat we al wat eerder zijn, hebben we de tijd om Barjac en omgeving eens goed te bekijken. Barjac is een leuk oud dorpje. Op het dorpsplein staan mooie platanen die schaduw geven. Mannen met een alpinopet staan de jeu-de-boulen en op de terrassen wordt pastis gedronken en het benodigd commentaar gegeven op het spel der ballen.

Allemaal leuk en aardig…totdat het vrijdagochtend wordt en de plaatselijke markt losbreekt. Auto’s staan geparkeerd tot in de weilanden om het dorp heen. Vrouwen struikelen vooruit om maar geen kraampje te missen. Mannen lopen gelaten, als ware het een onweersbui die getrotseerd moet worden, er achteraan. Het is een deinende mensenmassa van voorin tot achterin het dorp. Kortom, als ik ooit in de hel kom, zal het er zeker een sectie zijn die er zo uitziet (in een andere sectie van mijn persoonlijke hel wordt alleen maar gevolksdanst).En gedurende de fietstocht komen we meer dan eens dezelfde kraampjes weer tegen in andere dorpen, dus als je er een gezien hebt, dan ken je ze allemaal.

Saskia en Lisa zijn niet te houden en zijn al vrij snel uit het zicht verdwenen. De mannen gaan wat anders doen. Er zijn twee caches (voor uitleg, zie hier) in Barjac die we op ons conto willen schrijven. De eerste (GC188MR) ligt vlakbij het kasteel en zit achter een verkeersbord geplakt. Eitje. De tweede (GC174DM) is iets buiten het dorp. We lopen een heuvel op en hebben een mooi uitzicht op Barjac. Ook deze is redelijk vlot gevonden. Terug in het dorp hoeven we alleen nog maar, op een terras, op de dames te wachten.

Omdat we nu nog beschikking hebben over de auto besluiten we naar de grotten van Orgnac  te gaan. Het is ook wel lekker om even in de koelte onder de grond te gaan.
We sluiten ons aan bij een tournee met een gids , en eerlijk is eerlijk, het is een fantastische ervaring. Via een route door de grotten legt de gids van alles uit en door verschillende belichtingen is het een prachtig schouwspel. Al die torentjes, gevormd in duizenden jaren, druppel voor druppel. Super!

’s Avonds gaan we met een hele groep eten in het dorp. Het eten is prima en we zitten lekker buiten. Steven laat blijken dat hij ook al een aardig mondje Frans spreekt als er wat mis is met zijn eten: ‘Madame, j’ai une question’ begint hij. ‘C’est froid’. En met die boodschap verdwijnt zijn eten weer in de magnetron.

Zaterdag 12 juli

De dag dat de bus aankomt. Dat doet hij ook, maar in plaats van acht uur komt hij om twaalf uur aan. Wegens de drukte onderweg. Vanaf nu kunnen we ook weer teren op de Cycletours keuken en dat begint met het ontbijt.
Deze dag nemen we nog maar even vakantie. De kinderen zitten veel in het zwembad, maar ook hier geldt dan je alleen met de ‘ballenknijper’ het water in mag. Steven wordt er vaker uitgestuurd. Hij heeft meerdere lange zwembroeken en probeert het met allen.

De camping la Combe is verder prima. Wat weinig douches, maar als je op tijd gaat dan is hij ook nog lekker warm en een goede straal. Verder een bar en je kunt er pizza krijgen. En in het winkeltje de meest benodigde spullen. En we kunnen de auto er twee weken laten staan, ook niet verkeerd.
Wij genieten nog van de zon, zoeken de spullen uit die mee moeten en in de auto blijven liggen. ’s Middag toch nog even eruit. Naar Barjac, maar dan nu zonder markt. Het is inmiddels flink bewolkt en als we daar aankomen plenst het. In de droge periode gaan we met een foldertje in de hand door het oude centrum. Als het weer begint te regenen kruipen we in een café en tellen de tijd af dat we terug moeten zijn voor het eten.
   
 

Monie heeft uiensoep gemaakt. Gevolgd door kipkerrie met rijst en broccoli. Als toetje hebben we taart met jam. Ze heeft de eerste test doorstaan en we hoeven haar niet weer naar huis te sturen.
De hele avond regent het flink. Rest ons niets anders te doen dan het tentje in, bidden voor mooi weer en te gaan slapen.
 

 

Vorige dag

hoofdpagina

Volgende dag