Vandaag gaan we dieper de Cevennen in. Eigenlijk een
soort climax want de Mont Aigoual is het hoogste punt (1561 m) wat we
zullen bereiken en het ligt ongeveer midden in het gebied wat we
befietsen.
Voor de etappe zijn 3 varianten. Een ervan gaat niet
over de Mont Aigoual, dus die valt al af. Blijft er over een
zware
en een nog zwaardere. Gisteren hebben een paar mensen deze laatste
gedaan en de verhalen waar ze mee terug komen zijn niet mis. Je moet
minstens een week aan de EPO hebben gezeten, wil je die kunnen doen.
Gele Jan is halverwege huilend omgedraaid en heeft de rest van de middag
in het niets zitten staren. Daarom nemen wij de gemakkelijke route maar
en die gaat als volgt:
Uit de camping rechtsaf
Rotonde links
Klim 20 km
Col du Minier
Klim 7 km
Maak je borst maar nat dus…
We
gaan weer als eerste weg en komen weer als laatste aan. Dat patroon
begint al snel te wennen, maar we genieten er niet minder om. Ik was
bang dat het een drukke weg zou zijn, maar dat is absoluut niet zo. Af
en toe komt er een auto langs en omdat je langzaam omhoog klimt heb je
ook alle tijd om om je heen te kijken. Het is
erg groen
daar. En
het klimt erg gemakkelijk. Ik schat dat het gemiddeld
een stijging
van
5% is, dus goed te doen. Een tempo van 13 a 14 kilometer is goed te
doen.
Op een gegeven moment komt je in de cadans. Je wereld verkleint tot jou,
je fiets, het asfalt en de berg. Af en toe een uitzicht. Een druppel die
in je bilnaad glijdt. Je ruikt de bomen. Een vlindertje fladdert
voorbij. Even een vlaagje wind. Je bent alleen…je geniet…helemaal
alleen…samen met ongeveer honderdduizend vliegen.
Zij hebben een feestmaal en jij bent de tafel! Door je zweet, de weinig
wind en de temperatuur zitten ze in zwermen om je heen. Het liefst
zitten op je hoofd. De bastards! Eigenlijk wel knap wat ze doen, want
terwijl ik met 14 km/u omhoog klim, vliegen zij met dezelfde snelheid
achteruit en weten ze ook nog uit mijn malende armen te blijven
Onderweg komt er af en toe iemand anders van de groep voorbij. Dit komt
ook omdat ik om de honderd meter stop om foto’s te maken. Ik wist toen
nog niet dat deze schoonheid niet vast te leggen is. Je moet er in
zitten...
Halverwege de klim stoppen we even en verzamelen de troepen zich. Steven
fietst weer met zijn
meisjes karavaan
en pendelt af en toe op en
neer om een achtergebleven schaapje op te halen. Lisa fietst met Daniel.
Een slechte keus want hij heeft meerdere lekke banden en Lisa plakt ze.
Na deze wilde stop weer verder. Het blijft
omhoog klimmen
en de uitzichten worden
mooier
. Beneden ons zien we de weg
omhoog slalommen
en we naderen de top steeds dichter.
Op de col du Minier is het tijd voor een
kodak moment
. Daarna is het nog een klein stukje naar
de stop
waar we verwend worden met soep. Van het uitzicht krijgen we
geen genoeg
en langzaam maar zeker komt het weerstation op de top in zicht.
De Mont Aigoual wordt ook wel de "Regenberg" genoemd. Deze naam is
ontleend aan de overvloedige regens die de flanken teisteren. De warme
vochtige lucht uit het zuidelijke Rhônedal stijgt op tegen de Cevennen
en laat de last tegen de "Regenberg" vallen. De gemiddelde neerslag op
Mont Aigoual is circa 2,25m per jaar.
Maar gelukkig hebben we daar vandaag geen last van.
Boven op de top van de berg (1561 meter hoog) is sinds 1887 een
observatorium van de Franse meteorologische dienst gevestigd. Dit
centrum is te bezoeken en geeft een overzicht van weersvoorspellingen en
informatie over het weer.
Dit observatorium is een
prachtig gebouwtje
wat ze foeilelijk hebben gemaakt door er
een restaurant
tegenaan te bouwen. Ik ben wel blij dat ik er wat te drinken kan krijgen, maar het staat als een
condoomautomaat in het Vaticaan.
Het is best wel fris hierboven dus we blijven niet heel lang hangen.
Gelukkig zien we
de lekke banden brigade
ook nog even voor we weer vertrekken. En natuurlijk even vastleggen dat
we hier geweest zijn
We zitten inmiddels op de route die ‘De renner’ uit het boekje van Tim
Krabbé ook reed. Veel mensen hebben deze al voorbereiding gelezen en het
voelt toch anders om hier nu te fietsen. Sommige passages herken ik
zelfs uit het boek.
Je zou zeggen dat we nu alleen maar naar beneden kunnen. Het eerste
stukje gaat ook wel lekker maar daarna is het toch echt weer vals plat,
dus toch nog even zweten. Het voordeel van naar beneden gaan is dat je
steeds mooie beelden
links en rechts
. Via de col de Fourques komen we steeds lager in het dal. Als we achterom kijken dan
zien we
de Mont Aigoual
in de verte liggen. Zo lang als het duurt om omhoog te komen, zo snel ga je weer omlaag. De weg lijkt op een
rol toilet papier
dat achteloos is weggegooid, maar deze brengt ons wel in
Meyrieus
.
De camping (Le
Capalan) ligt voorbij het dorp en wat je ook verwacht, het is toch
weer een verrassing. We staan helemaal achteraan aan de overkant
van een beek. Volgens mij is het de Jonte.
De temperatuur is inmiddels weer aangenaam en na
dik 66 kilometer, waarvan 30 kilometer klimmen
en een record van 1516 hoogtemeters,, zijn we wel toe aan een beetje rust. We
staan op een ruim veld maar later merken we pas dat het een honden
uitlaat veld is. Na een tijdje drollen ruimen hebben we dan toch
een prettig plekje
. Monie doet vanavond gemakkelijk
en heeft twee barbecues geregeld. En een partijtje vlees natuurlijk.
Geen maaltijd is compleet zonder salades dus ook een couscous salade en
een aardappel salade.
In de groep zijn geen echte mannen want het BBQ-en is prut. Ze zijn niet
echt warm dus het is lastig om het vlees gaar te krijgen. BBQ is sowieso
niet een van mijn favorieten maar het is weer eens wat anders.
Die avond en nacht is er een ongeplande survival. De wc is ongeveer 300
kilometer verderop en je kunt er op twee manieren komen. Tot je knieën
door het stromende water of over
een touwbrug
. Lastige keuze als je in het donker nodig moet plassen. De meesten zoeken een boom op of komen niet verder dan het water.
Het blijft nog lang onrustig op de camping.
|