Dinsdag 22 juli
Rustdag Ispagnac

Een bord. Er staat op dat de maximum snelheid hier zestig kilometer per uur is.
Mijn hersenen leggen mij bliksemsnel een mop ter beoordeling voor:
Naar dat bord wijzen en mijn vinger naar de anderen zwaaien.
Ik keur de mop af..
(uit Tim Krabbé, de Renner,  kilometer 61-67`, p. 44)

Vannacht leek het wel of we op een slaapzaal lagen. De tentjes stonden zo dicht op elkaar, dat je elke ademtocht hoort alsof ze naast je liggen. En als iemand zich omdraait, heb je de neiging om je slaapzak vast te houden voor het geval die meegetrokken wordt. Bij het ontbijt kijken we elkaar schattend aan. Er waren meerdere scheten te horen met meerdere klankhoogtes. Dus meerdere mensen, maar het vrijwel niet uit te maken wie het was. Lastig en je blijft toch op je hoede de rest van de dag.

Vandaag blijven de fietsen op slot. Er staat er een kanotocht op het programma. Wouter heeft de hele zaak geregeld maar zijn Frans gaat toch wat achteruit. Had hij vorig jaar nog een bus met airco geregeld, nu moeten we lopend heen. Wat voor hem pleit is dat het maar 500 meter is. En zo vertrekken we om kwart voor elf van de camping.

Met een tweetal busjes worden we bij de startplaats gebracht. Een kano uitzoeken, zo’n gek hesje aan, een peddel opmeten en gaan. Het is heerlijk om met dit weer op de Tarn te drijven . Soms stroomt het zachtjes en soms gaat het wat harder. Onderuit gaan is niet erg want je droogt zo op. En dat een aantal mensen, al dan niet geholpen door anderen, onderuit gaan is duidelijk.

Halverwege wordt er even gepicknickt op een eilandje en omdat we veel te vroeg bij het eindpunt zijn, dobberen en zwemmen we daar ruim een uur voordat de bus komt om ons op te halen. Een mooie afwisseling van al dat fietsen. Zo rond kwart over drie zijn we weer terug op de camping.

Het leed dat vakantie heet: Deel 2, het Franse toilet.

Een moment van rust in de dag is toch als je even op het toilet zit. Even ontspannen, rust in het hoofd en de stilte om je heen. In Frankrijk denken ze daar anders over.

Het originele Franse toilet bestaat uit plaat 80x80 cm, voorin een tweetal voetstappen waarop je staat en een gat van 15 cm aan de achterkant van die plaat. Bij ons staat er een pot op dat gat zodat je rustig kunt zitten, maar in Frankrijk zijn ze dat vergeten.

Dat betekent dus dat je op je hurken boven dat gat moet hangen en zo de bruine hond moet verzuipen. Hierbij kunnen een aantal dingen fout gaan. De lijst is vast langer, maar laat ik minstens 2 problemen noemen:

  1. Je kunt niet door je hurken. Hetzij omdat je niet lenig genoeg bent of omdat je toch wat pondjes te veel hebt die nu in de weg zitten. Dit betekent een grote hoogte en een zwaartekracht die meer invloed krijgt. Nu wordt het richten belangrijk. En de substantie want een spatje heb je maar zo.
  2. Je zit op je hurken en je verliest je evenwicht. In dit geval kun je geluk hebben en naar voren vallen. Dat vang je met je hoofd, hand of knieën op. Vervelender is het als je naar achteren valt. Onvermijdelijk is dan het contact tussen je derrière en de wc-plaat met alle gevolgen van dien. Ik hoef, denk ik, niet aan te geven dat dit na de boodschap vervelender is dan ervoor. Tenzij je goed in het gat gemikt hebt.

Goed, het is gelukt, je hebt je broek weer opgehesen en nu moet de boel weggespoeld worden want je weet nu ook waarom je nooit een prijs wint met schieten op de kermis. Je staat daar op je Teva teenslippers en je draait aan de knop. Er komt ineens een stroom die je gelijk tot je enkels in het water zet. En niet alleen water. En dan besef je waarom teenslippers in de geval niet zo handig zijn. Krijg het dan nog maar weer tussen je tenen vandaan.

De meeste campings hebben, naast meerdere Franse toiletten, meestal ook één gewoon toilet. En meestal staat daar een rij voor terwijl alle andere vrij zijn. Want een paar nieuwe teenslippers zijn niet duur, maar voor dat geld kun ook een lekker ijsje kopen.

Vandaag begint ons tweede corvee en we willen toch nog wat van Ispagnac zien nu we de kans hebben. Er zijn ook twee caches in Ispagnac. Van de eerste, bij de kerk, was al bekend dat hij weg is en de tweede bij de tijdelijke brug constateren we dat die ook verdwenen is. Jammer, maar niet teleurgesteld want het plekje is erg mooi.

Bij daglicht zien we pas dat Ispagnac best wel oud is. Het heeft een wat Spaanse uitstraling door de zandkleurige huisjes , een fontein , de smalle straatjes en het plein en de kerk . En de omgeving is best aardig. Achter de camping is een prachtige brug die de moeite waard is.

We helpen mee het eten te prepareren. Vandaag zijn het mais-koeken met ui en prei. Dan een stevige chili met natuurlijk een salade, tortilla chips en guacomole saus om te dippen. En als toetjes hebben we nog taart die over is van de verjaardag van Anja (hiep-hiep-hoera!).

’s avonds lopen we nogmaals het dorp in. Het is tenslotte toch vlakbij. De plaatselijk vader Abraham heeft een show op het marktplein, de jeu-des-boules ballen tikken gezellig en het is druk op de terrasjes. Precies zoals een zwoele zomeravond in Zuid-Frankrijk zou moeten zijn. Met die gedachten kruipen we de slaapzak weer in. Gezien de maaltijd van vandaag zal het vannacht wel weer een fanfare worden. Misschien dat ik nu kan bepalen wie de piccolo speelt en wie de tuba.

Noot: De gebruikte kano-foto's zijn van Monie.

 

Vorige dag

hoofdpagina

Volgende dag