Maandag 2 augustus: Illmsee - Tübingen
Gefietst: 121,0 km (totaal 1037,3)
Weer: Bewolkt en heel veel regen

We hebben gisteren op de kaart en in het boekje zitten kijken. Tübingen lijkt ons wel wat. Mooi centrum en genoeg te doen. Het is eigenlijk te ver om in één dag te doen maar niet ver genoeg om er twee dagen over te doen. Meer dan 110 kilometers maar aan het hoogteprofiel zien we dat het laatste stuk bergafwaarts gaat. Dus we gaan ervoor. We nemen ons wel voor om een ‘Zimmer frei’ te nemen want na zo’n lange dag op de fiets verdienen we dat.

Het is nog erg nat van de regen van afgelopen nacht dus we pakken alles kleddernat in. Vijf kilo extra om mee te nemen. Ontbijten  doen we binnen in de serre die als gastenruimte is ingericht. Met waterkoker, koffiezetter én met televisie. Daarop zien we dat het vandaag gaat regenen. Geeft niets. Vanavond zitten we heerlijk droog op onze kamer.

We fietsen een stukje terug naar de route en dan is het eerst verder afdalen. Het is wel flink bewolkt maar nog steeds droog. En een aangename temperatuur. Het zijn kleine landweggetjes waar we langs gaan. We komen door heel wat dorpjes heen. Het voelt hier echt Zuid-Duits. Heuvels, bossen en af en toe een wei met koeien. Iets wat we in Italië nauwelijks gezien hebben. Het lijkt vrij saai en dat is het absoluut niet. Door het landschap, af en toe een klimmetjes, dan een kleine afdaling en veel bochten maakt het erg interessant om te fietsen. Een beetje als een bordercross met skiën, maar dan op de fiets. In een dorpje doen we op het plein voor het gemeentehuis een koffie. De burgemeester komt langs en groet ons. Op de kerk is een groot ooievaarsnest met wel drie ooievaars erin. We vervelen ons niet.

Als we Sigmaringen naderen zien we in de verte het kasteel al boven het dorp uit toornen. We fietsen er onder langs. Jammer is dat er tegenover een vieze industrie staat. We gaan het stadje in om een Kaffee mit Küchen te zoeken en die vinden we. Als souvenir nemen we de lokale kiezelsteensnoepjes mee.

Daarna gaat het verder over hobbelende bospaadjes. Tegen twaalf uur begint het te sputteren. In een dorpje vinden we een mooi overdekt bankje. Daar besluiten we maar te gaan lunchen. Misschien dat de regen daarna opgehouden is?

Helaas. De sluizen gaan daar boven volledig open. Het klettert op het wegdek. We nemen de tijd want het maakt toch niet uit hoe laat we aankomen. Ons wacht een lekkere douche en een zacht bed. Ondertussen komt Wim ook schuilen. Wim is, net als ons, onderweg via de route van Reitsma. We wisselen wat ervaringen uit onder het eten.

Het blijft maar regenen dus we trekken het regenpak aan en gaan verder. Weer prachtige vakwerk huizen in de dorpjes. Het blijft leuk fietsen ondanks de nattigheid. Bij Hörschwach raak ik de weg volledig kwijt. De wegen die op mijn GPS staan zijn er niet meer en ook de track van de route lijkt andere afspraken te hebben. We rijden over een autoweg en aan de overkant zien we wel waar we zouden moeten fietsen. Maar we weten niet hoe we er kunnen komen. Dat maakt dat ik me flink ontredderd voel. Iets wat me niet vaak overkomt. Tegelijkertijd besluit iemand boven ons dat we nog niet nat genoeg zijn. Het spoelt verschrikkelijk en eerst schuilen we onder een boom. Als die bijna wegspoelt vluchten  we naar een portiek van een huis. En ook hier houdt het water een keertje op. We vinden de route wel weer terug dus de regen is toch ergens goed voor geweest.

Bij Melchingen begint het flink te dalen. Op zich is dat lekker ware het niet dat we op een drukke tweebaans autoweg zitten en het regent zo mogelijk nog harder. Auto’s durven ons niet in te halen door het slechte zicht. Al met al een stuk wat ik eigenlijk snel weer wil vergeten. Totaal verzopen komen we na 115 kilometers om 18.30 in Tübingen aan. We komen nergens een ‘ Zimmer frei’ tegen en de enige die in het boekje staat is inmiddels opgeheven. De VVV bij de Eberhardbrücke is nog open. Daar vertellen ze dat hier eigenlijk alleen maar hotels zijn. Beginnend bij € 100,=. We proberen de Jeugdherberg te bellen maar daar nemen ze niet op. De VVV raadt ons aan om daar maar heen te gaan. Dat doen we en we zijn niet de enigen die een kamer zoeken. Om 19.00 gaat hij open en dan blijkt alles vol te zijn. Ook een familie met kleine kindertjes die net aan komt fietsen heeft geen plek. Ik bel wat van de goedkopere hotels in het €100 tot €150 segment. Allemaal vol. Ik heb het helemaal gehad met die hotels. Te vol en te duur. Dan maar naar de camping. Het is inmiddels droog geworden en het regenpak is weer uit. Op weg naar de camping zien we nog een hotel. Saskia informeert maar er komt net een bus met Joegoslaven aan. Ook vol. Ik word er moedeloos en chagrijnig van.

Op de camping worden we vriendelijk ontvangen. Er is nog plek genoeg en voor € 19,50 mogen we ons tentje opzetten. Die staat zo rond acht uur. Snel douchen en dan kunnen we nog in het café bij de camping eten. Ook daar worden we erg hartelijk ontvangen. We zijn lekker warm van de douche en rozig van de vermoeidheid van 121 kilometers fietsen. Het eerste biertje gaat erin als een preek in een ouderling. Voor weinig geld bestellen we een heerlijke maaltijd. Saskia neemt het eerste wat ze ziet: Een steak met champignons en pasta. Ik ga voor de lokale specialiteit: Maultaschen. Het smaakt ons heerlijk en we genieten nog meer als we beseffen dat we minstens € 100,= bespaard hebben. De uitbaters maken gezellige kletspraatjes en we eindigen de maaltijd met een eigen gestookte lavendel likeur.

MAULTASCHEN
Sometimes referred to as ‘Swabian pockets’ or ‘German ravioli’, Maultaschen are pasta pillows that are traditionally filled with ground meat or sausage, preboiled spinach, bits of damp bread and eggs. Once an efficiency food for the poor, who could wring one more meal out of leftovers by chopping them up and concealing them in a boiled noodle-dough pocket, they are now acknowledged as one of the glories of Swabian cuisine. Maultaschen, if prepared properly (fiendishly difficult to do, according to true connoisseurs), can hold their own in any competition with dim sum, pirogi and ravioli.
The origins of Maultaschen are shrouded in steaming broth. According to one legend, they were invented by the Cistercian monks of Maulbronn Monastery – thus the name. Another story making the rounds is that some Swabians figured they could get away with eating meat during Lent by hiding it inside pasta and further camouflaging it with spinach, thus keeping their culinary misdemeanors from the prying eyes of the parish priest (if not from higher authorities). What is clear is that at sporting events, fans wishing to insult their Swabian rivals sometimes call them Maultaschenfresser – uncouth devourers of Maultaschen.

Al met al is de dag heel anders afgelopen dan gepland. Iets waar ik altijd veel moeite mee heb maar ik realiseer me wel dat dit niet altijd slechter hoeft te zijn. Morgen een rustdag en dan gaan we Tübingen in.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

             
             
Vorige dag Overzicht Volgende dag