Maandag 2 augustus: Illmsee
- Tübingen
Het is nog erg nat van de regen van afgelopen nacht dus we pakken
alles kleddernat in. Vijf kilo extra om mee te nemen. Ontbijten
doen we binnen in de serre
die als gastenruimte is ingericht. Met waterkoker, koffiezetter én
met televisie. Daarop zien we dat het vandaag gaat regenen. Geeft
niets. Vanavond zitten we heerlijk droog op onze kamer.
We fietsen een stukje terug naar de route en dan is het eerst verder
afdalen. Het is wel flink bewolkt maar nog steeds droog. En een
aangename temperatuur. Het zijn kleine landweggetjes waar we langs
gaan. We komen door heel wat dorpjes heen. Het voelt hier echt
Zuid-Duits. Heuvels, bossen en af en toe een wei met koeien. Iets
wat we in Italië nauwelijks gezien hebben. Het lijkt vrij saai en
dat is het absoluut niet. Door het landschap, af en toe een
klimmetjes, dan een kleine afdaling en veel bochten maakt het erg
interessant om te fietsen. Een beetje als een bordercross met skiën,
maar dan op de fiets. In een dorpje doen we op het plein voor het
gemeentehuis een koffie. De burgemeester komt langs en groet ons. Op
de kerk is een groot ooievaarsnest met wel drie ooievaars erin. We
vervelen ons niet.
Als we Sigmaringen naderen zien we in de verte het kasteel al boven
het dorp uit toornen. We fietsen er onder langs. Jammer is dat er
tegenover een vieze industrie staat. We gaan het stadje in om een
Kaffee mit Küchen te zoeken en die vinden we. Als souvenir nemen we
de lokale kiezelsteensnoepjes mee.
Daarna gaat het verder over hobbelende bospaadjes. Tegen twaalf uur
begint het te sputteren. In een dorpje vinden we een mooi overdekt
bankje. Daar besluiten we maar te gaan lunchen. Misschien dat de
regen daarna opgehouden is?
Helaas. De sluizen gaan daar boven volledig open. Het klettert op het
wegdek. We nemen de tijd want het maakt toch niet uit hoe laat we
aankomen. Ons wacht een lekkere douche en een zacht bed. Ondertussen
komt Wim ook schuilen. Wim is, net als ons, onderweg via de route
van Reitsma. We wisselen wat ervaringen uit onder het eten.
Het blijft maar regenen dus we trekken het regenpak aan en gaan
verder. Weer prachtige vakwerk huizen in de dorpjes. Het blijft leuk
fietsen ondanks de nattigheid. Bij Hörschwach raak ik de weg
volledig kwijt. De wegen die op mijn GPS staan zijn er niet meer en
ook de track van de route lijkt andere afspraken te hebben. We
rijden over een autoweg en aan de overkant zien we wel waar we
zouden moeten fietsen. Maar we weten niet hoe we er kunnen komen.
Dat maakt dat ik me flink ontredderd voel. Iets wat me niet vaak
overkomt. Tegelijkertijd besluit iemand boven ons dat we nog niet
nat genoeg zijn. Het spoelt verschrikkelijk en eerst schuilen we
onder een boom. Als die bijna wegspoelt vluchten
we naar een portiek van een
huis. En ook hier houdt het water een keertje op. We vinden de route
wel weer terug dus de regen is toch ergens goed voor geweest.
Bij Melchingen begint het flink te dalen. Op zich is dat lekker ware
het niet dat we op een drukke tweebaans autoweg zitten en het regent
zo mogelijk nog harder. Auto’s durven ons niet in te halen door het
slechte zicht. Al met al een stuk wat ik eigenlijk snel weer wil
vergeten. Totaal verzopen komen we na 115 kilometers om 18.30 in
Tübingen aan. We komen nergens een ‘ Zimmer frei’ tegen en de enige
die in het boekje staat is inmiddels opgeheven. De VVV bij de
Eberhardbrücke is nog open. Daar vertellen ze dat hier eigenlijk
alleen maar hotels zijn. Beginnend bij € 100,=. We proberen de
Jeugdherberg te bellen maar daar nemen ze niet op. De VVV raadt ons
aan om daar maar heen te gaan. Dat doen we en we zijn niet de enigen
die een kamer zoeken. Om 19.00 gaat hij open en dan blijkt alles vol
te zijn. Ook een familie met kleine kindertjes die net aan komt
fietsen heeft geen plek. Ik bel wat van de goedkopere hotels in het
€100 tot €150 segment. Allemaal vol. Ik heb het helemaal gehad met
die hotels. Te vol en te duur. Dan maar naar de camping. Het is
inmiddels droog geworden en het regenpak is weer uit. Op weg naar de
camping zien we nog een hotel. Saskia informeert maar er komt net
een bus met Joegoslaven aan. Ook vol. Ik word er moedeloos en
chagrijnig van.
Op de camping worden we vriendelijk ontvangen. Er is nog plek genoeg
en voor € 19,50 mogen we ons tentje opzetten. Die staat zo rond acht
uur. Snel douchen en dan kunnen we nog in het café bij de camping
eten. Ook daar worden we erg hartelijk ontvangen.
We zijn lekker warm van de douche en rozig van de
vermoeidheid van 121 kilometers fietsen. Het eerste biertje gaat
erin als een preek in een ouderling. Voor weinig geld bestellen we
een heerlijke maaltijd.
Saskia neemt het eerste wat ze ziet: Een steak met champignons en
pasta. Ik ga voor de lokale specialiteit: Maultaschen. Het
smaakt ons heerlijk en we genieten nog meer als we beseffen dat we
minstens € 100,= bespaard hebben. De uitbaters maken gezellige
kletspraatjes en we eindigen de maaltijd met een eigen gestookte
lavendel likeur.
Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen
|