Woensdag 4 augustus: Tübingen - Grötzingen
Gefietst: 101 km (totaal 1138,7)
Weer: Zon, later bewolkt.

Afgelopen nacht was het helder en dat betekent dat het erg fris is. Ik moet er maar liefst twee keer uit om af te wateren en dan is het knap koud om even naar het toilet te lopen. Dit betekent ook dat er veel dauw is en omdat we op een modderig plekje staan, is het inpakken van de tent een vieze bende.

We ontbijten op het terras van het café en daarna fietsen we door Tübingen naar het noorden. Al vrij snel zijn we in Naturpark Schönbuch. Via een hek komen we erin en daarna zijn het kleine weggetjes. Geen bordjes en Reitsma waarschuwt er ook al voor dat je snel verdwaald kunt raken. Maar ik heb mijn GPS en de track, dus wat kan me gebeuren?

Een afgesloten pad dus. Ze zijn hout aan het hakken en we kunnen er niet langs. Op goed geluk proberen we een ander pad maar dat leidt nergens heen. Dan maar weer terug. We komen een Duitse fietsster tegen die ook onze kant op moet. Met haar talenkennis vragen we bij de houthakkers of we er toch maar langs mogen. En dat mag. De houthakkers grappen dat het wel een pelgrimsroute lijkt omdat er al meer Nederlanders op de fiets zijn langs gekomen.  Als we hun vertellen dat dit inderdaad zo is, dan zijn ze zeer verbaasd. Het is overigens een mooi park om doorheen te fietsen. Veel picknick- en vuurplaatsen. Heel rustig omdat er geen auto’s mogen komen en heel veel bos. We doen nog een koffie en een cache en dan zijn we er weer uit.

Daarna fietsen we een heel stuk langs de rivier de Würm. Het is een gewone autoweg. Niet druk maar ook niet erg interessant om te fietsen. Het grootste voordeel is dat het licht dalend is, dus het fietsen gaat gemakkelijk. De route leidt ons door Pforzheim heen. Dat is een grote stad die heel erg druk is, heel veel auto’s heeft en helemaal niet leuk is. Ook hier raken we de weg weer een beetje kwijt maar met de GPS komen we uiteindelijk toch weer op de route.

Naar mijn gevoel is Saskia de hele weg al aan het vertragen.  Ze is wat moe en het gaat mij veel te langzaam. We moeten nog een behoorlijk eind en dat lukt zo natuurlijk nooit. Plasje hier, plasje daar. Truitje uit, truitje aan. Druppeltje in het oog. Naar de bakker, naar de groenteboer, naar de Schlecker en naar de apotheek. Ik zeg niets maar mijn lichaamstaal spreekt natuurlijk boekdelen. Die kan zijn grote mond weer niet houden. We doen de zoveelste stop om thee te drinken. Even verderop wil ze naar de Penniemarkt. Daar koopt ze helemaal de verkeerde eiersalade (met champignons en asperges, bah!) en als ik daar wat van zeg (nu met mijn mond) is het helemaal mis. Op een vruchtbare bodem van irritatie zaai ik storm. Die heeft maar even tijd nodig om te kiemen en mopperend fietsen we door. Even verder barst de bom. Op het fietspad staan we schreeuwend tegenover elkaar. De Duitsers denken dat de derde wereldoorlog is uitgebroken. Verderop zie ik mensen maar omdraaien en iemand vraagt of we misschien de weg kwijt zijn. Nou die zijn we even behoorlijk kwijt! Alles komt eruit. ‘Ik ga nu terug’ roep ik, draai om en wil terugfietsen. Is niet zo slim van mij want dan ga ik wel mooi de verkeerde kant op. Saskia schreeuwt dat ze genoeg heeft van al die noedels en pasta maaltijden.  Het gekrijs wordt gedomineerd door de woorden ‘jij’, ‘altijd’ en ‘nooit’. Een gevaarlijke combinatie die je eigenlijk zou moeten zien te vermijden. Als we beide alles kwijt zijn, fietsen we mokkend verder. Even niet naast elkaar, maar achter elkaar.  Zo wordt een ogenschijnlijke saaie dag toch weer wat opgepeperd. Na een tijdje koelen we wat af. Waar een stukje fietsen niet goed voor is.

Later vraag ik me af waar de haast voor nodig is? Het maakt toch immers niet uit of we een half uur eerder of later op de camping komen. Ondanks dat we al meer dan twee weken onderweg zijn zit ik nog steeds in mijn haast-modus die ik thuis gebruik om alles zo snel en efficiënt mogelijk te doen. Is niet goed. Zou ik moeten afleren.

We komen in de buurt van Karlsruhe en dat betekent veel bebouwing, industrie en woonwijken. We houden ons hart vast want volgens de gids ligt de camping tussen snelwegen en spoorlijnen. En dat wordt bevestigd als we daar fietsen. Na 100+ km (eigenlijk maar 101 maar 100+ klinkt veel stoerder) komen we aan. Camping Azur bij Grötzingen (€ 23,50) is mooi. Picknick bankjes, grasveld en veel ruimte. En het lawaai van de (spoor)wegen valt best wel mee. We leggen alles te drogen en ik neem de tijd om het grondzeil schoon te maken.

Ja, we hebben een grondzeil mee. Deze is van dik plastic, dus zwaar, maar houdt de tent schoon en lekvrij. Het mooiste van de camping is het restaurant. Ik heb wat goed te maken en trakteer Saskia op een romantisch diner. Anders was het weer noedels geweest en dat was duidelijk sfeerverlagend geweest. Nu krijgt ze een bruschetta vooraf en daarna een lekker visje. Die spoelt ze weg met witte wijn. Ik ga voor de cordon blue. Koffie en thee na. We tikken €40,= af en zitten tot 22.00 uur in heerlijke stoelen met uitzicht op de tent die we langzaam in het donker zien verdwijnen.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

         
         
Vorige dag Overzicht Volgende dag