Zaterdag 7 augustus: Leeheim - St. Goar zur Loreley
Gefietst: 90,3 km (totaal 1365,9)
Weer:
Prachtig zonnig weer

Als we opstaan is het prachtig weer. De Riedsee ligt er als een spiegel bij terwijl er mistflarden overheen drijven. Het bedauwde veld zit vol met konijntjes die voor me uit huppelen als ik naar de douche ga. Je kunt onze sporen zien in het vocht. Als we de tent inpakken worden onze Oosterburen ook wakker. Met een hoop lawaai springen ze in het water. Dit vinden niet alle campinggasten een even goed plan en dat wordt ook duidelijk gemaakt.

We proberen op de route terug te komen via een doodlopende weg. Maar ook voor ons is die doodlopend en we moeten terug.  Even verderop kunnen we wel tussen wat boerenpaden door en komen we weer op de route. Vrij snel zijn we bij Nierstein waar we het pontje naar de overkant nemen. Een automobilist wijst mij erop dat ik sta te lekken. Even schrik ik en controleer mijn gulp maar het is mijn fiets die staat te lekken. Of eigenlijk de tent die zo nat is van de dauw dat er een straaltje water uit loopt..

Aan de overkant doen we eerst een snelle cache. Daarna moeten we flink klimmen want de Rijn heeft, in de loop der tijd, een diep dal uitgesleten. Via kleine hobbelweggetjes waar we overheen stuiteren komen we boven op het plateau. Daar zetten we aan de kant van de weg koffie en leggen de spullen te drogen.  Een enkele boer die langs rijdt kijkt zijn ogen uit.

Via rustige, kleine wegen gaat het verder. Er is nauwelijks autoverkeer en dat fietst prima. Het landschap lijkt wel Hollands. Windmolen, graanvelden en strorollen. Bij Ingelsheim rijden we bijna verkeerd. Daarna zoeken en vinden we weer aansluiting bij de Rijn. Ook hier is goed duidelijk dat er een diep dal is uitgesleten door al het water. De rivier ligt als in een sandwich tussen twee hellingen. Aan beide zijden is er net ruimte voor een weg en een spoorlijn. En er was gelukkig nog een plekje over voor een fietspad.

Fietsen langs de Rijn is leuk maar het ademt wel een hoog ouderen gehalte uit. De gemiddelde leeftijd van de mensen is hoog. Of ze nu in hun autootje langs komen toeren, op hun (E-)bike of op een van de vele cruise schepen die ons passeren. De rollator is nooit ver weg. Maar er is dan ook genoeg te zien. Je struikelt hier over de burchten en kastelen. Al dan niet in verregaande staat van ontbinding.  Links en rechts staan ze als rotte tanden in een schedel op de bergen. Maar er zijn ook nog mooie overblijfselen. De Mäuseturm bijvoorbeeld. Of kasteel Pfalzgrafenstein dat als een schip in de rivier ligt. Op een terras drinken we wat en eten een Flammkuchen . Een soort pizza op een wrap. Erg lekker.

Er is veel te zien onderweg. We doen een wedstrijd met een Rijnaak maar verliezen het omdat we steeds stoppen om foto’s te maken. De hellingen zijn bezaaid met druiventeelt en de weg voert ons door schilderachtige dorpjes. Bijvoorbeeld Bacharach (Nee, niet Burt). Voor we in het dorp kunnen komen, moeten we het spoor over en dat valt nog niet mee. Er komt een trein langs dus we moeten stoppen. Maar de bomen blijven daarna dicht. Dit duurt zo lang dat ik de neiging heb de tent maar op te zetten in de berm. Eindeloos staan we te wachten. De andere mensen lijken het normaal te vinden. Als er dan toch uiteindelijk toch nog een trein langs geweest is, gaan de bomen eindelijk weer open. ‘Wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen’ nemen ze hier wel erg letterlijk. Gelukkig hebben we geen haast.

Het volgende dorp, Oberwesel, fietsen we ook door in de hoop weer zo’n juweeltje te vinden. Helaas, een kaal, betonnen dorp met onappetijtelijke huizen. Er is wel een grote supermarkt waar we even boodschappen doen.

In St. Goar besluiten we dat het ver genoeg is voor vandaag. Op camping Loreleyblick strijken we neer. De camping ligt pal aan de Rijn met uitzicht op … de Loreley. Voor €13,60 mogen we zelf een plekje uitzoeken. Ik wil graag dicht bij het toiletblok maar Saskia wil dat absoluut niet. Ze fietst de hele camping af op zoek naar het mooiste plekje terwijl ik bij de ingang zit te mokken. Achteraf ben ik blij dat ze doorzet want ze vindt inderdaad het mooiste plekje. Mooi gras, ruimte en uitzicht. En vlakbij is ook nog een toilet en een douche die we meteen met z’n tweeën bezetten.

Op een paar meter van de Rijn is een tafel met basaltblokken als stoelen. We voelen ons net Fred en Wilma Flintstone als we daar gaan zitten. Maar ze zijn heerlijk opgewarmd door de zon en daar maken we onze maaltijd klaar. Bij de receptie heb ik een fles sekt gehaald en ik laat de kurk met een grote boog in de Rijn ploppen. We warmen ons prakje op en genieten van het uitzicht en de langsdrijvende schepen. Verderop komen ze om de bocht zeilen en dat is een mooi gezicht. Knap zoals ze die 100 meter staal in bedwang weten te houden. Het is een smalle passage in een bocht waar vroeger veel schepen op de klippen liepen. Volgens de legende vanwege een zingende nimf met gouden haren maar in het echt natuurlijk van de rotsen die vlak onder water lagen. Later zijn die met explosieven weggehaald maar het blijft een lastige passage. Als uiteindelijk de stenen afgekoeld zijn, doen we nog een rondje over de camping. Daarna kruipen we erin. Het was een mooie dag.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

           
         
Vorige dag Overzicht Volgende dag