Zaterdag 17 juli: Florence
We zijn de vorige dag om tien voor vijf ’s ochtends vertrokken uit Baflo en tegen acht uur rijden we in Amsterdam. De bus staat er al, we laden uit en Lisa en Koen nemen de auto mee terug. De chauffeurs zijn er ook en we kunnen als eerst onze fietsen en bagage in de bus laden. Er wordt netjes mee omgegaan. Een tiental anderen stapt ook in de bus, al dan niet met fiets. We hebben voor de bus gekozen omdat dit de
goedkoopste en gemakkelijkste manier is om in Florence te komen.
Afgezien van vliegen dan, maar vliegen met de fiets zien we niet zo
zitten. Bus is overigens niet echt goedkoop. Je betaalt €112,50 voor
de rit. En dan nog € 40,= omdat je een enkele reis neemt. Ook nog €20,= omdat we één dag in het hoogseizoen zitten. Dat keer twee en €
20,= calamiteitenfonds en reserveringskosten maakt samen € 365,=. De
meeste mensen fietsen overigens naar Italië in plaats van terug.
Maar wij vinden het leuker om naar huis te fietsen omdat je dan
onafhankelijker bent. Halen we het niet, dan nemen we het laatste
stuk de trein. Dit bepaalt ook meteen de keuze tussen de route van Benjaminse of Reitsma omdat alleen de laatste de tocht ook terug
heeft beschreven. In Utrecht is de volgende stop. We zijn al wat laat en het inladen duurt ook lang omdat er veel mensen zijn. Door een onvoorzichtige actie trekt de chauffeur een carbon stuur kapot. Vrouw overstuur en huilen. Ze weet nog een nieuw stuur te regelen bij de fietsenmaker om de hoek. Al met al levert dit weer wat extra vertraging op. Ik neem de tijd om in Hoog-Catherijne even een koffie te halen. Omdat het nu al warm is, bestel ik er ook een AA bij. Het meisje zet een koffie en een Spa-blauw neer. ‘Die heb ik niet besteld hoor. Ik wil graag een AA’ zeg ik. Het meisje kijkt wat warrig. ‘Ja, maar uw hoofd zei duidelijk Spa-blauw.’ zegt ze. Ik maak haar duidelijk dat mijn hoofd het meest zichtbaar is, maar dat mijn mond het voor het zeggen heeft. Met de koffie en de AA keer ik terug bij de bus die inmiddels alles heeft ingeladen. In Eindhoven stappen nog een paar mensen in en in Nederweert krijgen we de ‘echte’ chauffeurs aan boord. De reis duurt lang. Er zijn veel files onderweg. Af en aan slaap ik. Zo merk ik niet dat we een uur stil staan voor de Gotthart tunnel. Ook in Italië is het druk en staan we soms in de file. Buiten schijnt de zon en binnen bromt de airco. Van het grote temperatuurverschil heb ik dan nog geen weet. Uiteindelijk komen we om half twaalf ’s ochtends aan en stappen uit in de oven die Florence heet.
Eigenlijk willen we de Duomo nog bekijken. Deze spekstenen kolos is helaas al dicht maar de toren ernaast is nog wel open. Het zijn 412 treden naar boven. ‘Waarom doen we dit eigenlijk?’ vraag ik me later af. We lopen al te zweten als een non in een seksshop en dan gaan we ook nog zoveel treden op. Waarschijnlijk omdat we op zoek zijn naar ervaringen. Het liefst authentiek zodat we thuis kunnen opscheppen. ‘O, de toren bij de Duome. Heb jij die niet beklommen? Nou dan heb je wat gemist hoor. Dat was zó mooi!’. Maar goed. We doen het en zwetend komen we boven en het uitzicht is inderdaad mooi. Zo on-Hollands met die Italiaanse daken. Dus toch een extra ervaring die we anders niet gehad hadden.
Teruglopend door de stad komen we langs ‘het zwijn’. Als je deze aanraakt en een muntje in de put gooit, dan kom je zeker terug. Yeah, right. Wie trapt daar nu in? Even later sta ik een foto te maken van Saskia die vrolijk in het snuitje graait. Daarna gaan we op zoek naar eten. Zou niet zo moeilijk moeten zijn maar dat valt tegen. Saskia weet nog dat buiten het centrum de beste restaurantjes zitten. We komen weer over de Ponte Vecchio en daar is uiteindelijk een terrasje. Veel is nog niet open omdat het nog zo vroeg is. Maar we hebben honger met een grote H. De ober ziet eruit als een zombie maar wil ons desondanks meteen een liter wijn aansmeren. Daar trappen we niet in. Het eten kost €39,= en is redelijk. Saskia weet een kortere weg naar de camping die ongeveer twee keer zo lang duurt. Je moet het maar zien. Om half tien is het al donker en daarmee krijgen we de bonus van de dag. Een zonsondergang bij Florence. Hij is mooi, maar de vermoeidheid wint het van de zon. Hij moet maar zelf zakken, dan zakken wij in ons tentje. Het is nog steeds erg heet. Zo heet dat ik nog steeds mijn natte lap bij de hand heb. Die spreid ik ’s nachts uit over mijn blote bast en zo val ik uiteindelijk in slaap. Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen
|