Dinsdag 27 juli: Bolzano - Prad
Gefietst: 79,3 km (totaal 592,0)
Weer: Regen, bewolking en zon

De regen die voorspeld was is ook gekomen. Gedurende de nacht werd er al op de tent getikt en als we ’s ochtends wakker worden dan is het een oorverdovend getrommel. Nu kun je wel blijven liggen, maar dan kom je nergens, dus we gaan er gewoon uit. Douchen en aankleden en dan besluiten we eerst maar even in de tent te ontbijten, voor we gaan opbreken. Dat is een goede zet want daarna houdt het op met regenen. Dat voorkomt niet dat we de tent nat in moeten pakken. Weer een paar extra kilo’s om mee te nemen. Om kwart over acht zitten we op de fiets.

Aan het hoogteprofiel heb ik gezien dat het vandaag veel klimmen is. Er zijn voldoende campings langs de route, dus we kunnen doorgaan tot we erbij neervallen. Het eerste stukje moeten we even langs een drukke tweebaans weg om weer op de route te komen. Weer zwerven we door boomgaarden en sommige wegen zijn zo afgesloten dat we er echt niet langs kunnen. Via het station van Siebeneich komen we toch weer bij de vertrouwde Adige en kunnen we de route vervolgen. Inmiddels hebben we de Dolomieten achter ons gelaten en zijn de Alpen in het zicht. Het fietspad is mooi en loopt tussen boomgaarden door. In Merano doen we nog wat boodschapjes en dan begint het flink te klimmen. Stukken van 10% en meer rollen onder onze banden door. Ik moet telkens weer de bagage overtuigen dat het daarboven beter is want die voelt zich veel meer aangetrokken door de aarde. En de meeste aarde is gewoon daar beneden. Langzaam werken we ons omhoog. Bovenaan gekomen zijn er mooie watervallen. Saskia wil daar graag naar toe lopen, maar ik ben nu al moe en wil ook onze fietsen met alle spullen niet langs de weg laten staan. We gaan dus maar door, iets waar ik achteraf spijt van heb. Mijn eerste spijt van de dag.

We fietsen onder langs de Alpen over bekend terrein. Langs de ingang naar Val Senales, waar we een paar keer zijn wezen skiën in de winter. Nooit geweten dat het kasteel Juval daar staat. Er is heel veel vals plat vandaag. Zelden ben ik in mijn leven zo gefopt als op deze weg. Optisch gefopt. Mijn ogen houden me voor de gek en vertellen me dat de weg naar beneden loopt. Mijn benen denken daar echter heel anders over. Dat laat me in grote verwarring achter. Heel bijzonder!

We rijden over een prachtig aangelegd fietspad met mooie picknick plaatsen en houten bruggetjes. En als je denkt dat Drenthe op een zomerse dag druk is, dan zou je hier eens moeten gaan kijken. Het lijkt wel of ze hier iets gratis weggeven. Honderden mensen op de fiets. Bejaarden, families met kinderen en racefietsers. Gelukkig geen e-bikes hier. De meesten willen graag stroomafwaarts fietsen wat ook bergafwaarts en wind mee betekent. Allemaal tegenliggers dus. Op een gegeven moment kunnen we even niet verder omdat de weg geblokkeerd wordt vanwege een vrachtwagen die vast zit in een nauw steegje. Hij neemt een stuk huis mee, maar komt wel weer los. Aan de andere kant staan wel honderd fietsers te wachten terwijl wij maar met z’n drieën aan deze kant zijn.

In de loop van de middag wordt het mooi weer met een lekker zonnetje. De klimmetjes beginnen bij mij hun tol te eisen. Ook de afstand van gisteren voel ik nog en mijn lichaam is gewoon moe. Daarnaast begint mijn rechterknie op te spelen, dus het is tijd om te stoppen. We zitten inmiddels al op een hoogte van 900 meter.

In Prad is een camping waar we naartoe gaan. De camping is vol en zelfs de fietsers sturen ze weg. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. Ik hoor dat als een andere fietser, die ook zojuist is aangekomen, informeert. De receptie geeft aan dat er nog een camping is, verderop in het dorp. Die heb ik op de GPS staan dus ik weet waar die is. De andere fietser weet niet waar die is en informeert weer. Ik kan hem makkelijk meenemen maar een onredelijke paniek slaat bij mij toe. ‘Stel dat die andere camping ook bijna vol is en nog maar één plekje heeft?’. Ik vertrek rap en sis Saskia toe om mij snel te volgen. Een actie waar ik me nog steeds diep voor schaam. Waar moet het heen als je als fietsers zo met elkaar omgaat? Terwijl het nergens voor nodig is want de andere camping heeft ruimte genoeg op het trekkersveldje. Ik kom hem daar later weer tegen maar durf hem niet aan te kijken.

De camping Kieferhain heeft een gigantisch zwembad met een grote glijbaan. Voor het kamperen betalen we € 29,= en is hiermee de duurste van de hele vakantie.  En dat terwijl we van de faciliteiten nauwelijks gebruik maken. De douche is ook nog koud. We hebben wel een prachtig uitzicht op de bergen. De tent droogt en wij drinken een grote bier.

Vandaag geen zin in weer pasta. Iets anders zit niet in de fietstas en er is hier geen winkeltje bij de receptie. We willen uit eten maar dat valt nog niet mee. Het is Ruhetag en dan is alles meer gesloten dan een winkel in Staphorst op zondag. Via de receptie krijgen we een adresje door waar we op de fietsen heen kunnen. We snappen er niets van maar volgen de weg die ze aanwijzen. Nu merken we pas het verschil tussen fietsen met en zonder bagage. De fiets voelt nu zo licht als een veertje en springt haast vooruit. Het fietsen kost ook nauwelijks moeite.

We komen steeds verder in de rimboe en net als we er niet meer in geloven komen we bij een waterplas met een houten keet ernaast. Er zitten wat mensen op het terras en het ruikt er naar eten. We schuiven aan en eten daar ieder een heerlijke schnitzel. Het fietsen maakt hongerig, maar ze kunnen het hier ook erg lekker opwarmen. Met de buik vol fietsen we in het schemerdonker naar de tent terug. Op de camping zoeken we Willem Klamer nog even op. Willem is een dorpsgenoot die we hier toevallig tegen zijn gekomen. We maken een praatje en wisselen wat informatie uit. Maar niet te lang want we zijn moe. En morgen is de grote dag. Dan gaan we de Reschenpas op, iets waar ik al tijden met angst en beven naartoe leef.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

             
             
Vorige dag Overzicht Volgende dag