Donderdag 29 juli: Ried - St. Jacob am Arlberg
Gefietst: 41,9 km (totaal 721,2)
Weer: Regen, regen en regen.

Het heeft de hele nacht af en aan geregend. In de tent liggen we lekker droog en warm maar alles wordt wel erg klam. In Italië hadden we geen last van condens. Hier hangt een kleine moesson aan de binnenkant van de buitentent. De camping doet zijn best om zijn slechtste kant te laten zien want voor €0,80 heb ik gewoon een koude douche. Dat komt omdat ik de eerste ben en het water moet nogal lang doorlopen voordat het warm is. Als dat zover is, dan is mijn muntje op.

Het is even droog, dus we kunnen de tent afbreken. Dat is niet zo leuk als hij nat is want alles kleeft aan elkaar en het weegt ook meer. We ontbijten op het overdekte terras bij het toiletgebouw. Andere mensen worden nu ook wakker en kijken ons wat vreemd aan. We groeten ze allemaal vrolijk en beleefd.

Vandaag hebben we geen zonnebrand nodig. Eerder wat vaseline tegen de kou en de regen. We gaan richting Arlberg pas. Deze is iets van 1800 meter hoog en we zitten nu op 880 meter hoogte. Dat betekent dus klimmen. Voor de Reschenpas had ik me helemaal opgeladen maar  deze (hogere) pas heb ik steeds verdrongen. Reitsma doet er ook wat laconiek over maar gezien het hoogteverschil kan het alleen maar flink klimmen zijn. In het begin valt het wel mee met het klimmen. Daardoor kunnen we alle aandacht aan de regen besteden die na een half uurtje fietsen met bakken uit de hemel komt. Maar wij zijn bikkels en met het regenpak aan gaat het prima.

Na een kilometer of vijftien komen we bij Landeck. Hier wordt het een stuk drukker en er zijn geen fietspaden meer. Door de regen hebben we weinig zin het stadje te bekijken. Bij een bakkerij nemen we wel een troostkoffie en een Mohnkuchen. Is eigenlijk voor het eerst dat we niet zelf koffie zetten. Het kost moeite om hier weer op te stappen.

Hierna begint het klimmen. Het gaat van vals plat naar secreet plat tot bitcherig plat. En dan gewoon steil. De weg is niet leuk. Het is een tweebaans weg waar de auto’s langs je heen razen. Tel daar de regen en de vermoeidheid van gisteren bij op en dan begrijp je dat dit een van de mindere dagen is.

Vragen als ‘Waarom doen wij dit eigenlijk?’ borrelen op en houden me bezig onderweg. Hier kun je hele filosofische beschouwingen over houden. Reizen maakt mij gelukkiger. Ik ben het met Bruce Chatwin eens; de mens is eigenlijk, diep van binnen, een nomade en moet in beweging blijven. Ikzelf kan zeker niet stil zitten. En doordat ik me buiten mijn ‘comfort zone’ begeef, krijg ik een andere kijk op zaken die je thuis als vanzelfsprekend ziet. Het ‘afzien’ werkt hier aan mee en, als bonus,  schept het een band met Saskia. Het geeft iets om op terug te kijken. Om samen op terug te kijken. En achteraf valt het allemaal wel mee. Je bent alleen maar nat en moe. Nou en?

De laaghangende bewolking om ons heen verbergt de mooie uitzichten. Als er soms een gaatje is, dan zien we op de hellingen boven ons sneeuw liggen. Het boeit ons niet veel meer. Het water loopt inmiddels van mijn helm in de kraag van mijn regenjas. Over mijn rug, langs de bilnaad en via mijn benen over mijn blote voeten die als ijsklontjes in mijn sandalen voelen. Kruipend gaan we langs dorpjes als Pians, Flirsch, Schnann en Pettneu. Alles is dicht hier. Wachtend op het komende wintersport seizoen.

Tijdens een pauze onder een balustrade bij een dichte winkel besluiten we dat de pas halen een brug te ver wordt voor vandaag. Dat trekken we niet. Ondanks dat we er pas 40 kilometer op hebben zitten. Bij St. Jacob am Arlberg gaan we het dorp in. Al snel zien we dat we voor het centrum een steile heuvel op moeten. Nu maar even niet want hier zijn ook genoeg ‘Zimmer frei’. Tenminste dat lijkt zo. De eerste komt niet eens naar de deur en via de intercom geeft ze aan dat ze gesloten zijn. Vreemd. Dat staat niet op het bordje. De tweede ziet ons staan en besluit ter plekke dat hij ook dicht is. We zien er waarschijnlijk ook niet uit. Druipend in regenpakken. Bespat door de modder en als landlopers op de fiets. Landfietsers eigenlijk. Een huis verderop zit een man op een koffer. Hij wenkt ons en vertelt dat hij net vertrekt en dat hier plaats genoeg is. Als de vrouw even later komt, wordt dit ontkend. Evenals bij het vierde huis. Ik heb het helemaal gehad met Oostenrijk, zijn bergen, de regen en de gemutlichkeit die hier zou bestaan. Ik begin met de man te argumenteren waarom zijn bordje ‘Zimmer frei’ dan groen is. Hij haalt zijn schouders op en doet de deur dicht. De opties raken op. Er is nog één bordje naar hotel Bergwelt. Dan daar maar heen. Daar kunnen we in elk geval naar binnen. De vrouw twijfelt even maar voor €50,= kunnen we een kamer met ontbijt krijgen. We zijn nat, koud en moe dus ik vind het goed. Fietsen gaan in de garage en regenpakken in het skihok.

De kamer is prima en na een warme douche en een broodje zijn we weer helemaal bij. Het is pas half twee en we gaan even op bed liggen. Ik knipper met mijn ogen en het is ineens zes uur. Zomaar een paar uur geslapen van vermoeidheid. Ik trek een biertje uit de automaat en we overleggen wat we met eten doen. Naar een restaurant in het dorp is een steile berg op. Om er dan waarschijnlijk achter te komen dat het allemaal dicht is. We hebben nog rijst en een potje Uncle Ben’s kerriesaus maar we willen hier in de hotelkamer niet gaan zitten koken. Saskia vraagt onze gastvrouw en die wil het met alle plezier voor ons opwarmen. Een tijdje later komt ze binnen met twee dampende bordjes. De Oostenrijkers stijgen weer in mijn interne klassement. En zo hebben we met een volle buik een heerlijke avond in een warme kamer met een boek. Na de ontberingen van vandaag genieten we daar extra van.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

             
Vorige dag Overzicht Volgende dag