Donderdag 4 augustus (13):
Claustrofobisch Gefietst: 73 km (totaal 824)
Met het regenpak aan fietsen we weg. We zitten al meteen op kleine
weggetjes in een prachtig landschap. Ierland moet je een keer in de
mist meegemaakt hebben. Alles krijgt een grijs-groen tint en ziet er
spookachtig uit. We fietsen door het gebied dat "The Burren" heet.
Vreemde steenformaties met grote kieren erin waar de zachtere
gesteenten zijn weggespoeld. Er is geen verkeer op de weg die
bestaat uit twee sporen asfalt en een streep gras in het midden.
Konijnen schieten weg als we geruisloos aankomen. Zelfs de stenen
muurtjes zijn hier anders dan in het zuiden. Ze zijn van grove
stenen op een "slordige" manier gestapeld waardoor ze bijdragen aan
de ruigheid van het landschap. Er zijn geen dorpjes maar wel hier en
daar een boerderij. Alles ademt een "oud-zijn" uit en de mist legt
een deken van stilte over ons heen. Dit is ook het gebied van de
"dolmen". Een soort hunebedden. Als we goed opletten, dan spotten we
er mogelijk een.
Inmiddels is de regen steeds dunner geworden en is er nog maar een
lichte nevel overgebleven. De regenbroek gaat uit. De zon probeert
door te breken. De route gaat tot nu toe gemakkelijk omdat we weer
helemaal fris zijn na de rustdag.
In de route staan pijltjes om aan te geven of het klimmen is of
niet. Eén pijltje is matig klimmen. Twee pijltjes is zwaar klimmen.
En nu zien we drie pijltjes staan. Als we ervoor staan, dan lijkt
het een muur. Zelfs Saskia, met kuiten als (geschoren) heipalen redt
het niet hier en moet afstappen. Met uiterste krachtsinspanning lukt
het me om te blijven trappen. Ik haal de helling niet in één keer,
maar met twee stops lukt het wel. Met mijn blik op oneindig mis ik
de prachtige dolmen maar Saskia ziet hem wel tijdens het lopen. Het
is een fraai exemplaar en we kunnen hem goed bewonderen. Boven op de
top hebben we even discussie over de koffiestop. Na overleg fietsen
we iets door omdat er in Carran, het enige dorpje wat we vanochtend
tegenkomen, ook koffie te krijgen zou moeten zijn. Er is inderdaad
een pub en die is dicht. Maar er is wel een zitje tegenover met een
prachtig uitzicht. Daar maken we zelf maar een koffie.
Daarna gaat het verder door "The Burren". De zon heeft het inmiddels
gewonnen van de mist. Ook geholpen door de westenwind die flink
begint te waaien. Aan de bomen te zien, is dit de heersende
windrichting. En dat is goed want dan hebben we hem lekker mee.
Tot Kinvarra is de route mooi. Daar doen we wat boodschapjes en
lunchen we bij
kasteel Dunguaire. Het meest gefotografeerde kasteel
in Ierland. Ik weet zeker dat er een aantal toeristen thuiskomen met
op hun foto niet alleen het kasteel, maar ook twee M-gineering
fietsjes en twee fietsreizigers. Overigens helpen wij ook om het
aantal foto's te verhogen want het is inderdaad een mooi plaatje. En
er ligt ook nog een cache die ik even opzoek.
De rest van de route is saai en druk. Via grote wegen rijden we tot
in Galway. De wegen staan hier allemaal vol met auto's. Als we bij
de "Celtic Tourist Hostel" aankomen moeten we even slikken. Het is
een smal pandje maar wel hoog. Een rare man steekt zijn hoofd uit
het raam boven want beneden zit een kunst galerij, die overigens
leeg is. Saskia gaat even mee kijken naar de kamer. We zitten weer
op de bovenste verdieping. Lekker sjouwen met de bagage. Als ze
terugkomt zegt ze dat het schoon is, maar herhaalt wel vijf keer dat
het klein is. Dat geeft me een bang vermoeden dat bevestigd wordt
als ik boven kom. Klein is een understatement. Er staat een
stapelbed en als de tassen erbij staan is het vol. Dat doet me
denken aan een kippenhok van een collega. Die had twee grote kippen
in een mini hokje. Als een van de kippen een ei moest leggen, dan
moest de ander even eruit. Anders paste het niet. Dat gevoel heb ik
hier ook. Maar het is schoon en we willen graag Galway in, dus het
moet maar. Wc en douche zijn op de gang. De fietsen kunnen niet hier
staan. Verderop is een parkeergarage waar we ze kunnen stallen. We
douchen snel en gaan vóór zes uur de stad in.
Galway is gezellig. Toen we erin fietsten was dat niet zo duidelijk
maar er is een centraal parkje en een winkelstraat met even veel
pubs en restaurantjes als winkels. Er is veel te doen op straat. Om
de tien meter staat er wel een artiest of muzikant. Een groepje
blijft me bijzonder bij. Het zijn drie jongens. Een met een banjo,
een met een gitaar/trom en een met een fluit. De banjo speelt een
solo. De trom/gitaar doet de begeleiding. De jongen met de fluit
zien we zijn handen wel bewegen maar we horen niets. Als we een
tijdje kijken, zien we dat hij voor spek en bonen meedoet. Hij
beweegt zijn vingers niet op de maat en hij doet steeds hetzelfde.
Bijzonder.
De terrasjes zitten gezellig vol en de zon schijnt. Dit is een
unicum voor Galway waar het zo vaak regent dat ze voorspellen
wanneer het droog is. We kijken onze ogen uit en feliciteren elkaar
met deze keuze. We slenteren het hele centrum door en willen dan wat
eten. Het is hier gebruikelijk dat studenten op straat mensen
proberen te lokken naar het restaurant waar ze voor werken. Ik trap
er natuurlijk ook weer in als een jonge meid naar me knipoogt en dan
een menu tevoorschijn tovert. Het ziet er goed uit bij
Kirbys. En
het is ook (weer) voortreffelijk. Na het debacle met de fish and
chips hebben we eigenlijk alleen maar goed gegeten. Ik heb een
chowder met vis vooraf. Dat is een soort van dikke soep. Saskia
heeft een gebakken geitenkaasje met salade. Als hoofdgerecht heb ik
monk-fish scampi's en patatjes. Saskia heeft zalm en een
huisgemaakte ravioli. Twee gangen voor € 22,50 p.p. We nemen een
koffie en thee na. Met de buik vol lopen we nog een tijdje rond in
het centrum. Nu wat meer op zoek naar de oude gebouwen. En die zien
we. In de rivier staan bosjes mannen te vliegvissen.
Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen
|