Sommige
dingen kunnen ze erg goed in Frankrijk. Neem nu bijvoorbeeld onweer.
Meesterlijk zijn ze daarin. Gisterenavond hebben we daar een mooi
voorbeeld van gezien. De lucht wordt pikzwart (Rare uitdrukking. Ik kan
maar één situatie bedenken waarin een pik zwart is. En dat kan
tegenwoordig echt niet meer). De natuur houdt haar adem in. Er is een
voorspel van donder en flitsen. En dan ineens gaat het los. Ik dacht nog
even tanden te kunnen poetsen maar mijn timing was verkeerd. Als gevolg
daarvan ben ik een half uur lang in het toiletblok gegijzeld geweest.
Ondanks dat de tent minder dan 50 meter verderop staat.
Vandaag fietsen we door het Noord-Franse landschap. Ik kan geen andere
term dan 'saai' bedenken. Weides, een paar koeien, veel bos en wat
gewassen. In de dorpjes is het verval begonnen. We zitten in Amance op
het dorpsplein aan de koffie. Rondom ons zijn de huizen in slechte staat
of te koop. Soms beide. Een enkel huis doet nog de moeite om de schijn
op te houden. Een man komt rochelend uit zijn huis en stapt in zijn
brommobiel. Als hij wegrijdt springt de achterklep open. Hij heeft het
niet door. Het verval beperkt zich niet alleen tot de huizen.
Toch snappen we dit verval niet goed. We kunnen alleen maar concluderen
dat het te maken heeft met 'de Franse slag'. Er is genoeg activiteit
(dit in tegenstelling tot Ierland). De velden zijn geoogst. Overal
liggen rollen stro en gras. En in elk dorp rijdt wel een trekker voorbij
met hout. De welvaart moet er dus wel zijn. Maar blijkbaar vinden ze het
niet nodig om hun huis op te verven en hun erf op te ruimen.
In Porte-sur-Saône, waar we vandaan komen, probeerden ze er nog wat van
te maken. Ze hebben als thema de landen van de wereld. En de muren zijn
soms beschilderd. We staan voor een muur waar 'de rechten van de mens'
op uitgebeeld worden. We zien Ghandi, moeder Theresa en ook Anne Frank.
Maar dat doet niet af aan het feit dat ook hier de aftakeling begonnen
is. Het is een vicieuze cirkel. Om de toeristen te trekken moeten ze
eerst wat op poten zetten. Maar ze kunnen (of willen?) pas wat op poten
zetten als de toeristen komen. Je kunt hier varen, fietsen en wandelen.
Maar er zijn nauwelijks voorzieningen. Ook cultuur en historie komen we
erg weinig tegen. In elk dorp staat wel een standbeeld van een soldaat.
Met name de eerste wereldoorlog wordt hier nog veel herdacht. En als er
geen soldaat is, dan staat Jeanne d'Arc wel ergens op een hoek. En naast
dit is er weinig te doen en te zien.
Maar goed. We fietsen er doorheen en laten ons dit overkomen. Door de
bui van gisteren is de temperatuur gedaald naar een comfortabele 22
graden. En met een windje erbij is het haast fris. In de ochtend fiets
ik dan ook met een extra hemd. Tegen de middag kan die weer uit. We doen
een koffie hier en een lunch daar. En zo komen we ongemerkt op de
eindbestemming.
Onderweg hebben we nog wel een paar keer een optische fop. En nog blijft
het lastig om te bepalen wat dit nu veroorzaakt. Ik denk dat het te
maken heeft met je referentie waardoor je voor de gek gehouden wordt.
Vergelijk het met een schilderij van Escher. Als je zijn lijnen volgt en
de lokale omgeving als referentie neemt, dan lijkt het te kloppen. Maar
kijk daar even iets buiten en dan zie je dat het niet klopt. Ik denk dat
bij onze optische fop, we het probleem hebben dat we er niet even iets
buiten kunnen kijken. Vandaar dat het oog blijft aangeven dat het naar
beneden gaat terwijl ondertussen de benen het hoofd voor jokkebrok
uitmaakt.
Is er dan helemaal niets gebeurd vandaag? Jawel! Ik heb in Corre een
geschikt busje gas kunnen vinden. Het was een winkel met televisies en
koelkasten maar er stond ook een blauwe gasfles buiten. Hij was nog net
open. Vijf over twaalf. Toch ging ik binnen even vragen en ja hoor. Ze
hadden het. Kunnen we tenminste blijven koken en koffie en thee maken.
En we komen de meest fietsvriendelijke camping tegen die er is. Bij de
afslag staat een bordje waar je, als fietser, haast niet voorbij kunt.
Met spijt in het hart fietsen we door en we horen later van anderen wat
we gemist hebben. Veel.
In Darney is een Intermarche en een camping. In de eerste slaan we in en
de tweede komen we daarna aan. Het is een municipal bij een zwembad. De
zwembadbaas vertelt dat er vanavond wel iemand langs komt voor het geld.
De douche is bij mij heerlijk warm. Saskia heeft helaas een koude
douche. Zou ik het al het warme water hebben opgebruikt? Er zijn niet
veel mensen en de meeste zijn fietsers. We zetten de tent op en doen ons
tegoed aan de lekkernijen die we gekocht hebben. Soms vallen er een paar
druppen. Maar daar blijft het bij.
Om half zeven komt de campingbaas langs. Hand in hand met zijn
vriendinnetje. Want het is nog maar een puber. In Engels en Frans
wisselen we wat woorden terwijl hij de administratie doet. We moeten
€6,50 betalen. Een laagterecord.
Daarna maken we ons eten klaar. Samen met een gekke Fransman. Hij staat
naast ons en is ook op de fiets. Samen met hem heb ik een picknick tafel
hierheen gesjouwd. Als wij beginnen met koken, dan begint hij ook. Hij
ratelt aan een stuk door in het Frans en we begrijpen er maar weinig
van. Maar dat deert hem niet. Ondanks de taalbarrière is het best
gezellig. Wij eten rijst met korma saus en kip. Een salade voor de
vitamines en een yoghurt toetje voor de calcium. In de windstilte valt
af en toe nog weer een drup. Ik vraag me af of we de was droog krijgen.
Belangrijkere vragen zijn er vanavond niet meer.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen