We
verlaten camping Coronel op tijd. Het was een aardige camping maar ik
denk niet dat we er ooit weer zullen komen. Het eerste dorpje wat we
tegen komen is Tauligan. 's Ochtends halen we altijd eerst brood en
beleg en wat lekkers voor bij de koffie. En dat kan hier mooi. Het
dorpje zelf is prachtig geconserveerd. Nauwe straatjes, gele zandsteen
en steile weggetjes. Ik heb geen GPS ontvangst in de smalle straatjes en
prompt verdwalen we.
Vanaf vandaag is het afgelopen met het vlakke land. Er moet geklommen
worden. De eerste klim is 8 kilometer lang met een stijging van 5%.
Fietsers weten hoe dit voelt. Voor de niet fietsers zal ik het even
toelichten. Dit percentage betekent dat ik, met 25 kilo bagage, nog een
snelheid haal van ongeveer 9 km/uur. En dat doe ik in de vierde
versnelling (ik heb er veertien). Dit houdt in dat ik ongeveer een uur
aan het klimmen ben en dat ik dan ongeveer 400 meter stijg. En een halve
liter vocht verlies. Pluspunt is dat de weg niet druk is en dat het
vandaag nauwelijks waait. En omdat we naar het noorden rijden hebben we
wel voordeel van de schaduw aan de rechterkant van de weg. Maar je wordt
er best wel moe van.
Ook betekent dit dat we de kaartjes minder snel kunnen omdraaien. Dat is
jammer want het draaien geeft een licht euforisch gevoel. Het is als een
to-do lijstje waar je wat van kunt afstrepen. Been there, done that!
Bij Aleyrac is een oud vervallen benedictijns klooster uit de twaalfde
eeuw. Het wordt via een houten bordje aangegeven en we moeten er wat
voor van de weg af. Helaas omlaag, maar het is de moeite waard. Het is
in 1385 verlaten maar als je de tijd in ogenschouw neemt ziet het er nog
best goed uit. Een mooi plekje en er is een bron met miraculeuze
eigenschappen. Het zou helpen tegen hoofdpijn en tegen huidziekten. Komt
dat mooi uit, ik heb al tijden last van een kalknagel. Ik stap dan ook
een tijdje rond in de bron want baat het niet, dan schaadt het ook niet.
Ik kan daarna niet meer garanderen dat het nog blijft helpen tegen
hoofdpijn. En ik heb de rest van de dag last van miraculeus zand in mijn
schoenen. Het is ook een mooi plekje om even koffie te drinken. Met een
prachtig uitzicht op de ruïne.
Klimmen betekent ook dalen. We gaan hierna zeven kilometer naar beneden.
Gewoon laten rollen met snelheden van boven de 50 km/uur. Het land
ruikt. Veel lavendelvelden en andere kruiden. Heerlijk provinciaals. Om
ons heen allemaal woeste bergen. Of wat er voor door moet gaan want ze
zijn natuurlijk niet zo hoog. Maar wel woest met verweerde kanten en
ruwe stenen. In Pont de Barret stoppen we even bij een riviertje voor de
lunch.
De tweede klim van de dag komt in zicht. Deze is maar vijf kilometer
maar op het laatst wel 10%. Ik moet terug naar de tweede versnelling en
het tempo zakt naar 6 km/uur. Uiteindelijk komen we er wel. Boven op de
col de Lauzan. En Saskia natuurlijk ook.
Het drankprobleem van gisteren hebben we inmiddels ook opgelost. Gewoon
meer drinken gedurende de dag. Water smaakt op een gegeven moment niet
meer dus in elk dorp kopen we een koud blikje drinken en dat verdunnen
we met water en een beetje zout. Ook ruilen we een van de koffie's in
voor een bouillon. En daarmee is het goed te doen.
De laatste lange afdeling is naar Aouste-sur-Sye. Volgens het boekje de
laatste mogelijkheid om boodschappen te doen voor onze camping. Maar
tussen de middag is alles dicht. Dan maar door naar Crest. Dat blijkt
een grote plaats te zijn met een Supermarche. Het is heerlijk shoppen
daarbinnen omdat het zo lekker koel is. Maar er hangt een onguur figuur
bij onze fietsen rond, dus ik blijf buiten en Saskia mag lekker shoppen.
Ze slaat flink in want de planning is een boerencamping en daar is niets
te krijgen.
De laatste 15 kilometers vallen flink tegen. Het is veel klimmen en
dalen en de hitte helpt ook niet mee. Het water is bijna op en wat er
is, is lauw. Maar opeens is daar een Maria met een kraantje eronder. Een
godsgeschenk wat we graag aannemen. We vullen de flessen en koelen
lekker af. De camping is daarna snel gevonden alhoewel we er eerst
voorbij fietsen. Je herkent het niet zo'n boerencamping als het bordje
de verkeerde kant op staat. Ze hebben een mooi groot veld met een koel
schaduwplekje onder de bomen. Voelt helemaal goed hier. We nemen eerst
de tijd om bij te komen. Biertje, glaasje wijn en pas later eten. Ik
snap nu wel waarom de Fransen zo laat eten. Naast ons staat een bejaard
echtpaar. Ik vraag of ik de iPad mag opladen bij hun want ik leg hem
niet zo graag in de wc. Dat kan en Wim en Joke nodigen ons gelijk uit
voor een glaasje rosé. Ze zijn al vijf weken onderweg en brengen de tijd
door met wandelen en schilderen. En dat doen ze niet onverdienstelijk.
We eten een salade, daarna een paella en een toetje. Het smaakt ons
heerlijk na zo'n zware dag. We zitten buiten tot het donker is. De
temperatuur is eindelijk aangenaam.
Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen